De Europese Unie is vastbesloten om, in nauwe samenwerking met internationale organisaties, derde landen, sociale partners en het maatschappelijk middenveld, de mondiale agenda voor waardig werk vorm te geven door:
- duurzame sociale en economische ontwikkeling buiten de EU-grenzen te bevorderen in overeenstemming met de waarden van de EU, de mededeling van de Europese Commissie over waardig werk wereldwijd, de Europese pijler van sociale rechten en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties
- ervoor te zorgen dat de globalisering eerlijk verloopt door internationale arbeidsnormen te bevorderen en clausules over arbeidsvoorwaarden in EU-handelsovereenkomsten op te nemen
- kandidaat-lidstaten en aspirant-lidstaten voor te bereiden op het EU-lidmaatschap
- hoge sociale en arbeidsnormen in haar buurlanden en bij ontwikkelingssamenwerking te bevorderen
De Europese Commissie streeft ernaar dat in het externe EU-beleid en de externe dimensie van het interne EU-beleid rekening wordt gehouden met werkgelegenheids- en sociale aspecten.
Zo heeft zij wetgevingsvoorstellen ingediend voor een richtlijn over passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid en een verordening inzake een verbod op met dwangarbeid vervaardigde producten op de markt van de Unie.
Samenwerking met internationale organisaties en fora
De Europese Unie werkt samen met de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de Verenigde Naties (VN), de G7, de G20 en andere internationale organisaties en fora om:
- waardig werk voor iedereen te promoten
- de sociale dimensie van de globalisering te bevorderen
- de buitenlandse aspecten van het EU-beleid uit te voeren
IAO
De EU onderhoudt al sinds jaar en dag strategische betrekkingen met de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).
De samenwerking is gericht op waardig werk en de agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling. Centraal bij deze samenwerking staan met name de fundamentele beginselen en de rechten op het werk, waaronder in de handel en in ander sociaal beleid.
In februari 2024 sloot de Europese Commissie zich namens de EU aan bij de Global Coalition on Social Justice van de IAO.
De EU voert gezamenlijke projecten met de IAO uit en helpt haar samen met de EU-landen bij haar werk, in het bijzonder via EU-verklaringen.
OESO
In haar samenwerking met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) steunt de EU de bevordering en toepassing van internationale normen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen om de bijdrage van het bedrijfsleven aan waardig werk te vergemakkelijken.
De EU financiert OESO-onderzoek, onder meer naar de bevordering van passende zorgvuldigheid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in mondiale toeleveringsketens, en zal waardig werk in het kader van OESO-activiteiten blijven bevorderen.
DG EMPL neemt deel aan onderhandelingen over de rechtsinstrumenten van de OESO in de Commissie werkgelegenheid, arbeid en sociale zaken, en heeft onlangs bijgedragen aan de ontwikkeling van de aanbeveling over het creëren van betere kansen voor jongeren uit 2022.
Raad van Europa
De EU en de Raad van Europa werken al lang samen om arbeidsrechten te bevorderen. De EU geeft momenteel financiële steun voor gezamenlijke programma’s met de Raad van Europa.
Zo wordt bijvoorbeeld financiering gegeven voor cursussen mensenrechteneducatie voor beoefenaars van juridische beroepen, onder meer op het gebied van sociale rechten, en de bevordering van de integratie van de Roma-gemeenschap op lokaal niveau in heel Europa.
G7
De EU speelt een volwaardige rol in de G7 (Groep van Zeven), een intergouvernementeel politiek en economisch forum bestaande uit Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, met de Europese Unie als “niet-meegeteld lid”.
De eerste formele bijeenkomst van de ministers van arbeid en werkgelegenheid (samen met de ministers voor ontwikkelingssamenwerking) van de G7 vond plaats 2015 onder het Duitse voorzitterschap van de G7.
Op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken ontplooit de G7 onder meer de volgende initiatieven:
- voorbereiding en follow-up van ministersvergaderingen en de Employment Working Group (EWG) op technisch niveau, waar de Europese Commissie de deelname en bijdragen van de EU voorbereidt
- Vision Zero Fund, een fonds dat zich inzet voor waardig werk en veiligheid en gezondheid op het werk en in wereldwijde toeleveringsketens en dat financiële steun van de Commissie krijgt
G20
De EU is volwaardig lid van de G20 (Groep van Twintig), een intergouvernementeel forum waarbij 19 soevereine landen en de Europese Unie (EU) en de Afrikaanse Unie (AU) zijn aangesloten.
In Washington vond in 2010 de eerste vergadering van de ministers van arbeid en werkgelegenheid van de G20 plaats. Sindsdien komen zij elk jaar bijeen.
Op het gebied van sociale zaken heeft de G20 initiatieven genomen zoals:
- het Female Participation Target, een G20-initiatief om de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt te verbeteren
- de “Antalya-doelstelling” om het aandeel risicojongeren te verminderen
In de EWG en andere werkgroepen voeren hoge ambtenaren het hele jaar door besprekingen over werkgelegenheid. DG EMPL vertegenwoordigt hierin de EU. De EWG monitort ook de uitvoering van de werkgelegenheidsplannen van de G20, inclusief die van de EU.
Uitbreiding
De EU zet zich in voor de verbetering van de sociale situatie in de tien kandidaat-lidstaten en aspirant-lidstaten van de EU door te helpen bij, te onderhandelen over en toe te zien op de ontwikkeling van een sociaal beleid en arbeidsmarktbeleid dat aan de EU-normen en de toetredingscriteria voldoet.
DG EMPL is vooral betrokken bij de aanpassing van de wetgeving van de uitbreidingslanden met de volgende hoofdstukken van de EU-wetgeving:
- vrij verkeer van werknemers en coördinatie van de sociale zekerheid (hoofdstuk 2)
- sociaal beleid en werkgelegenheid (hoofdstuk 19)
- gedeeltelijk onderwijs en cultuur, wat beroepsonderwijs en -opleiding betreft (hoofdstuk 26)
Om de uitbreidingslanden te ondersteunen op hun weg naar de EU, betrekt DG EMPL hen ook bij deskundigengroepen op EU-niveau en andere kaders en vlaggenschipinitiatieven, waar relevant en wanneer de rechtsgrondslag dit toestaat.
Met de financiële en technische hulp van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) ondersteunt de EU hervormingen in de kandidaat-lidstaten en de aspirant-lidstaten.
Buurlanden van de EU
De EU werkt samen met haar buurlanden op sociaal en arbeidsmarktgebied via het Europees nabuurschapsbeleid en regionale initiatieven zoals:
- de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UfM), waarin 15 landen ten zuiden van de Middellandse Zee, in Afrika en het Midden Oosten, en alle EU-landen vertegenwoordigd zijn
- het Oostelijk partnerschap met Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië en Oekraïne
De Europese Commissie werkt met deze landen samen op basis van overeenkomsten door goede werkwijzen uit te wisselen en concrete acties te ondersteunen. De doelstellingen van deze samenwerking zijn:
- betere arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen
- goed functionerende sociale dialoog en arbeidsmarktinstellingen
- werkgelegenheid en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt voor jongeren
- adequate en houdbare sociale zekerheid
Handel en duurzame ontwikkeling
Het handelsbeleid van de EU heeft tot doel ervoor te zorgen dat economische ontwikkeling hand in hand gaat met sociale rechtvaardigheid, eerbiediging van de mensenrechten en hoge arbeids- en milieunormen. In recente handelsovereenkomsten van de EU staan daarom regels over handel en duurzame ontwikkeling.
De EU wil via haar handelsbeleid bijdragen tot duurzame ontwikkeling door middel van:
- EU-handelsovereenkomsten
- bijzondere stimulansen voor ontwikkelingslanden (stelsel van algemene tariefpreferenties SAP+ en “alles behalve wapens”-regelingen (Everything But Arms, EBA))
- handels- en ontwikkelingsbeleid
Ontwikkelde landen en groeimarkten
De Europese Commissie bevordert de internationale arbeidsrechten in speciaal bilateraal overleg met derde landen en partners, zoals Thailand, de Verenigde Staten, Japan, China, Canada en Taiwan.
Er vindt regionale samenwerking plaats met de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UfM), het Oostelijk Partnerschap, Azië (ASEM) en Latijns-Amerika.
Deze gesprekken en samenwerking moeten het wederzijds begrip en de uitwisseling van gegevens, ervaringen en goede werkwijzen verbeteren.